WK-voetbal in de keuken dag 15 – Colombia

Vandaag speelt Colombia de derde wedstrijd in de groepsfase, tegen Senegal. Ze maken nog een kansje, dus het wordt spannend!

Het Colombiaanse recept is voor arepa, maïsbrood dat in de pan is gebakken in plaats van in de oven. Je maakt het van wit, voorgekookt maïsmeel, en dat is niet hetzelfde als het gele meel waarmee je bijvoorbeeld Italiaanse polenta kunt maken, en het is ook niet hetzelfde als maïzena, dat is alleen het zetmeel van de graankorrel. Ik moest er diverse winkels voor af, maar de grootste AH in naburig Hilversum had het op voorraad. Het is van het merk P.A.N.

Je eet arepa zoals je brood eet: bij ontbijt, lunch of avondmaaltijd. Je kunt het zó eten, of beleggen. Ik heb gekozen voor een beleg van kip en avocado. Je kunt ze ook na het bakken vullen met verse kaas en opnieuw bakken om de kaas te laten smelten.

Voorgekookt wit maïsmeel heet ook wel masarepa. Geen wonder dus dat het recept voor arepa op de achterkant van de verpakking van het maïsmeel staat, maar dat gebruikt geen boter. Ik wel.

Aangezien maïs geen gluten bevat, en boter, zout en water ook niet, is het recept glutenvrij. De boter kan ook worden vervangen door wat meer water of olie, en het bakken kan ook in olie in plaats van boter.

Voor 4 arepa’s. Voorbereiding 10 minuten; bereiding 10 minuten.

115 gr masarepa
½ à 1 tl zout
1,8 dl heet water
15 gr boter

Voor het bakken
20 gr boter

Meng maïsmeel met zout, en smelt de boter in het hete water. Stort het meel in een kom, maak een kuil in het midden en giet het water erin. Meng water en meel goed met een vork, kneed dan nog een paar minuten met de hand. Laat dan vijf minuten staan.

Verdeel het deeg in vier porties en vorm er ronde ballen van. Plet die tot ze een diameter hebben van 10 tot 12 centimeter en bijna 1 centimeter dik zijn.

Verhit de boter in een koekenpan en bak de arepa’s drie minuten aan elke kant tot ze mooi goudbruin zijn. Je eet ze het liefst warm, of opgewarmd door opnieuw te bakken of in het broodrooster te doen.

Vulling
1 kipfilet
1 rijpe avocado
1 eetl mayonaise
1 gedroogd rood pepertje
peper en zout naar smaak
1 limoen
eventueel wat korianderblad

Pocheer de kipfilet in gezouten water of water met een bouillonblokje tot hij gaar is; afhankelijk van hoe dik de filet is zeven tot tien minuten. Trek de flet dan aan draadjes.

Prak intussen de avocado fijn en meng met mayonaise, rode peper, peper en zout en wat druppels limoensap.

Schep het kippenvlees door de avocado. Als je geen vlees eet, kun je er ook grote garnalen doorheen doen. Voor een vegetarische versie snijd je een paprika aan reepjes.

Snijd de arepa’s overdwars doormidden en leg het beleg ertussen.

Veel plezier met de wedstrijd!

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.