Oranda-jin in Japan, Dag 7

Woensdag 20 maart, Aso

Meteen naar het recept

Gisteren zonnig en warm, vandaag koud en regen. Dat belooft niet veel goeds voor Aso.

Na het ontbijt brengt de man van de ryokan in Kumamoto ons naar het station, en we nemen de trein naar het plaatsje Aso, aan de voet van de vulkaan met dezelfde naam. Omdat mijn dochter een jaar in Japan woont, heeft zij geen Railpass want die is alleen voor mensen die korter dan drie maanden in Japan verblijven. Zij moet dus steeds een kaartje kopen. Kijk naar de foto: zie je links naast het computerscherm dat kastje? Klik op de foto en je ziet er een vergroting van. Het zijn allemaal stempels. En die worden nog gebruikt ook, ik word er helemaal nostalgisch van.

We zitten in een boemeltje, een soort tram, met de conducteur in een hokje, en langs de kanten lange banken. Maar wel met een toilet (NS: het kan dus wel!) Met een overstap in Higo-Oozu waren we iets minder dan twee uur onderweg. De afstand is bijna vijftig kilometer. Onderweg zien we rijstvelden met jonge aanplant. Het treintje gaat zó langzaam dat de foto’s die ik tijdens het rijden maak scherp genoeg zijn.

Op grond van het kaartje dat ons reisbureau heeft gegeven denk ik dat we wel kunnen lopen naar de ryokan, maar het is een erg onduidelijk kaartje. Dus we keren weer terug naar het station en nemen toch maar een taxi. We zaten wel in de goede richting, maar de straat waar de ryokan ligt, is niet op het kaartje aangegeven. Daar zullen we het nog wel even met Edwin van het reisbureau over hebben! Dit is de enige ryokan die geen diner en ontbijt aanbiedt. De ryokan was volgens recensies op internet van een oud vrouwtje, maar dat is misschien inmiddels overleden, want een zwaar opgemaakte, enigszins gezette en nogal luchtig geklede maar aardige vrouw van rond de veertig runt nu de tent.

We lunchen in het restaurantje bij het station, lekker warme dikke udon-noedels in een warme noedelsoep en ‘berggroenten’, helaas weet ik niet welke, maar er zitten diverse paddestoelen bij. Die twee plakjes wit-met-roze-vispasta vind ik hier een misser, ze knallen je tegemoet. Maar ja, ze hebben geen smaak, dus wat dat betreft detoneren ze niet.

De kraters van de Aso-vulkaan zijn helaas dicht, die kunnen we niet bezoeken. We besluiten met de bus naar het Vulkaanmuseum te gaan, dat ligt vlak onder de top. Misschien verdwijnt de mist nog en dan kunnen we toch nog gaan kijken. We hebben wel wat moeite met het het kopen van de buskaartjes. Gelukkig hangen er ook instructies in het Engels:

Als we bij het museum uit de bus stappen is dat hele museum niet te zien, en ‘de grootste actieve vulkaan van Japan, zo niet de hele wereld’, verschuilt zich ook compleet in de mist. Op de foto zie je het uitzicht. In het museum zien we wat we buiten hadden kunnen zien als het helder weer was geweest. Verder veel voorbeelden van allerlei soorten stollingsgesteenten en filmpjes met uitbarstingen.

We willen de laatste bus terug nemen, die vertrekt om 17 uur. De mist is nog dichter geworden, gelukkig loopt er een zebrapad over het lege parkeerterrein, en als we dat volgen komen we bij de weg uit op het punt van de bushalte. Wij zijn de enige wachtenden, waar de vier anderen die tegelijk met ons zijn uitgestapt zijn gebleven, geen idee. En daar sta je dan, op een berg in Japan, in striemende wind en omringd door zulke dichte mist dat je de overkant van de weg niet ziet, te wachten op de laatste bus van de dag… ALS die komt… … … En hij komt, vijf minuten te laat om het spannend te houden.

Terug in het plaatsje Aso eten we in een restaurant dat EAST heet. Het heeft een rokersdeel, een niet-rokersdeel, en een deel speciaal voor gezinnen. Ik zie die indeling in meer Japanse restaurants. Zo kunnen mensen met kleine kinderen toch uit eten gaan, zonder dat de actieve peutertjes tussen alle tafels door rennen. Dat doen ze wel, maar dan in die aparte ruimte. Eva eet ebi furai met korokke (gefrituurde garnalen met kroketjes), ik neem een hete-plaatgerecht ofwel teppan yaki, heerlijk verwarmend na al die kou! We krijgen er allebei rijst en misosoep bij, dat is standaard van ontbijt tot avondeten. Het blijft lekker.

Overigens, van mijn enkel heb ik vandaag veel minder last. Gewoon geen kasteeltorens meer beklimmen, dan komt het goed. Minder goed gaat het met mijn fototoestel, daar is aan de onderkant een stukje van de plastic behuizing afgebroken. Geen idee wanneer dat is gebeurd. Hij maakt nog steeds foto’s, en ik heb het gaatje met plakband afgedekt. Hopelijk blijft hij het doen.

Itadakimasu

Er zijn twee soorten soep in de Japanse keuken, heldere soep, suinomo, die aan het begin van een uitgebreide maaltijd wordt geserveerd, en misosoep, die je bij ontbijt, lunch en avondeten geserveerd krijgt, tegelijk met een kom rijst.

Miso wordt gemaakt van rijst, gerst of andere granen (of een combinatie daarvan) en eventueel sojabonen met zout die gaan fermenteren door de toevoeging van een schimmel, kōji-kin of Aspergillus oryzae. Deze schimmel is vanuit China naar Japan gekomen, en zonder dit plantje zou de Japanse keuken een heel ander karakter hebben. Het speelt niet alleen een rol bij de productie van miso, maar ook sojasaus en sake kunnen niet zonder kōji-kin ontstaan. Miso is er in een aantal soorten (witte of shiromiso, rode of akamiso, en gemengde of awasemiso), en in veel kwaliteiten. Hier in Nederland hebben we weinig te kiezen, maar in Japan staan er stellages vol misoverpakkingen in de supermarkten.

Voor één kop misosoep neem je 1/8 liter dashi, 1 eetlepel miso, één of meer garneringen en een smaakmaker. De miso wordt losgeroerd met een beetje van de hete dashi, en pas vlak voor het serveren door de soep geroerd.

De garnering kan zijn: een mooi gesneden plakje wortel, knolraapje, of daikon, een balletje gepureerde kip of witvis, of een stukje filet, een blokje tofu of reepjes gefrituurde tofu (aburage) of omelet, konnyaku (kom ik later op terug), ringetjes bosui, gekookte spinazie, komkommer, enoki paddestoeltjes (bundelzwammetjes), taro, oesters, kleine schelpdiertjes, diverse soorten zeewier, kleine soesjes. Niet alles, kies hooguit drie elkaar mooi complementerende ingrediënten.De ingrediënten moeten soms eerst worden gegaard, dat kan in de dashi, maar als die daardoor zou verkleuren of te sterk gaan smaken, dan kook je dat ingrediënt apart.

Om het af te maken één smaakmaker: mosterd van gelijke delen mosterdpoeder en water, citroenschil, sesamzaadjes, sanshō-peper, of shichimi togarashi, een Japans kruidenmengsel dat hier ook wel in toko’s te koop is.

Hoe eenvoudig dit recept ook is, het kan nóg makkelijker! Er zijn zakken met gedroogde ingrediënten te koop, die alleen nog maar hoeven te wellen in de hete dashi. Ik heb zo’n verpakking meegenomen, met zeewier, reepjes omelet, gedroogde bosui en gedroogde tofublokjes.

Tot morgen!

2 Replies to “Oranda-jin in Japan, Dag 7”

  1. Pingback: Oranda-jin in Japan, Dag 8 | Wel ende edelike spijse

  2. Pingback: Oranda-jin in Japan, Overzicht | Wel ende edelike spijse

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.