Ik vind het heerlijk als er mensen komen eten. Proefkoken voor recepten voor boeken of artikelen, maar ook gewoon gezellig de buren op de barbecue. Ze liggen er niet zelf op hoor, maar zitten mee aan tafel. Met hun heb ik deze heerlijke babi panggang van de barbecue gegeten.
Maar ik kijk zelden naar kook- of bakprogramma’s. De eerste seizoenen van de Great British Bake-off waren leuk omdat er toen ook nog wel eens naar het verleden van de baksels werd gekeken. De Nederlandse versie heeft dat niet eens geprobeerd en ik vond het vleugje ironie van de Engelse presentatoren en commentatoren in de Nederlandse versie ontbreken. Te zoet, sorry.
Het programma Uit mijn keuken van Omroep Max heeft mijn aandacht toch weten vast te houden. In een week tijd (ma-vr) koken vijf koppels met een huiskamerrestaurant voor elkaar, en zij beoordelen de sfeer en de gerechten van de anderen. Het professionele oordeel komt van culinair recensente Petra Possel. De beoordelingen zijn mild, men blijft aardig voor elkaar. Volgende week begint de tweede ronde, met vijf nieuwe koppels. Ik denk dat ik wel weer ga kijken, rechtstreeks of later.
Wat me opvalt in de thuisrestaurants: ze bakken niet veel, in ieder geval niet in de eerste week. Zelfs de lasagne was een ‘open lasagne’. Het is ook niet echt een huiselijke keuken, het is de restaurantkeuken maar dan geserveerd in een woonhuis. Het laatste koppel vond ik nog het ‘huiselijkst’. Bij de veganistische maaltijd zag ik een hoop gemiste kansen, het was inderdaad zoals Petra Possel opmerkte, een gedateerde cuisine. Over de voorwaarden voor het schenken van alcoholische drank wordt nogal vaag gedaan. Soms werd er gewoon geen alcohol geschonken, soms wel. Hebben die koppels dan wel een vergunning, of is het toch niet nodig? Of scheelt dat per regio?
Ander puntje: die ene keer dat er echt ‘op zijn huiskamers’ schalen op tafel werden gezet om zelf op te scheppen, kwam daar kritiek op. Maar dat is nou juist zo leuk! Maak die schalen groots op, in plaats van een afgemeten portie van dit en dat als een abstract schilderij op een bord te arrangeren.
Nu ik al dit gedoe zie, realiseer ik me dat ik vroeger eigenlijk ook een huiskamerrestaurant had. Mijn partner, architect en stedebouwkundige, nodigde collega’s, opdrachtgevers en bestuurders thuis uit in plaats van ze in restaurants te onthalen. Dat was voor sommige van die lui bijzonder, omdat ze vooral in sjieke tenten aten. Ik heb het over de jaren tachtig/begin jaren negentig. Eén man ‘bestelde’ graag stamppot boerenkool, want dat werd nooit in een restaurant geserveerd. Maar meestal was ik toch wel een week bezig met een etentje, vaak voor 6 tot 8 personen. Plannen (4 tot 6 gangen), boodschappen, voorbereidingen (bouillons, ijs, brood), koken, tafeldekken, en dan tussendoor ook nog de tijd vinden om jezelf een beetje op te tutten. Het verschil met de huiskamerrestaurants in het programma was dat ik zelf mee aan tafel zat en dat geeft extra werk. Mijn partner zorgde wel voor de wijn, maar dat was het wel, verder kwam alles op mij neer: kok, gastvrouw en afwashulpje. Daarom plande ik ook de voorbereidingen heel strak, alles wat van te voren kon gebeuren, was dan al klaar. En de dag erna alles opruimen. De cuisine was vaak klassiek Frans, maar ook Indonesisch, Indiaas, Italiaans en Japans. In die periode heb ik leren koken.
Toen ik wat later begon met kookcursussen te geven, moest ik de planning omdraaien: de cursisten moesten natuurlijk wel zoveel mogelijk zelf maken op die avond. Dat is een leuk contrast. Ik heb ooit op verzoek van mijn cursisten een schema gemaakt voor het plannen van een etentje. Dat staat op mijn website, hierzo.
Bij het afscheid vragen de kokers in het tv-programma of de eters nog een tip hebben. Hier is, als afsluiting, een algemene tip van mij voor iedereen. Vraag vóórdat je het menu vaststelt zo duidelijk mogelijk aan je gasten wat ze (niet) eten. Want met een gul antwoord als “ik eet alles!” ben ik wel een paar keer de mist in gegaan. Carpaccio gemaakt, maar ze eten geen rauw vlees. Prachtige kip gevuld en gebraden, maar ze eten het niet als ze het dier nog herkennen, alleen filets. Van die dingen. Je moet overigens niet alleen voorkeuren, maar ook dieet en geloof van je gasten bij je vraag betrekken. Zo kreeg ik ooit doodleuk op de avond zelf van iemand te horen dat die geen gluten mocht eten. Daar sta je dan, met je eigengebakken brood, prachtige veloutésaus en roomsoesjes.
Anyway, ik kijk uit naar de volgende afleveringen van Uit mijn keuken!
Pauw..! Niet Jeroen, maar in het Muiderslot. Fantastische dag en plek!