Pelgrimstocht naar het Henriëtte Davidis museum

Het Henriëtte Davidis Museum (bron: Wikipedia)Eind juli was ik een paar dagen in Duitsland, tijdens de alle records brekende hittegolf waarbij het in Dortmund en Düsseldorf ruim boven de 40 °C werd. Als ik niet het bezoek in het Henriëtte Davidis museum had afgesproken, was ik een week later gegaan. Maar dat museum is één dag per maand open voor publiek, en anders alleen op afspraak te bezichtigen.

Henriëtte Davidis (1801-1876) is een Duitse kookboekenschrijfster, dochter van een Nederlandse moeder en een Duitse predikant. Davidis heeft nooit gewoond in het huis waar het museum is gevestigd, maar de collectie roept de sfeer uit haar tijd op, en bevat ook enkele persoonlijke bezittingen van haar. Plus natuurlijk al haar publicaties, op twee na. Ook ‘mijn’ editie van de Nederlandse vertaling van het Praktisches Kochbuch uit 1845 stond in de kast, met de originele band. Mijn exemplaar van het Keukenboek uit 1868 (de tweede druk, naar de herziene editie van het Duitse origineel) is nog in de negentiende eeuw opnieuw ingebonden, waarbij het titelblad verloren is gegaan, en ook die band is inmiddels dringend aan restauratie toe. Uit dat kookboek heb ik twee recepten op Coquinaria staan: Kapoen met kappertjessaus en Kruidensoep met aardappelballetjes. Het kookboek van Davidis is niet alleen vertaald in het Nederlands, diverse auteurs hebben uitgebreid uit haar werk geput zonder de bron te erkennen (zie Het verleden op je bord, pp.116-117)

Ik werd ontvangen door Walther Methler, een van de auteurs van het bibliografische werk Von Henriette Davidis bis Erna Horn uit 2001. De heer Methler is nu predikant in dezelfde kerk waar ooit de vader van Henriëtte was aangesteld. De kleine Evangelische dorpskerk ligt vlak bij het museum, maar vanwege de hitte op het heetst van de dag heb ik die niet bezocht. Zelfs de foto is van Wikipedia. De heer Methler is geen culinair historicus, maar wel deskundige op het gebied van de periode waarin Davidis leefde en werkzaam was.

Het huisje waar het museum is gevestigd heeft drie etages. Op de begane grond staan de boeken, het handwerk, en in een klein kamertje enkele meubels en wanddecoraties die aan Henriëtte hebben toebehoord. De twee kamers op de eerste etage zijn gewijd aan de keuken en de poppenkeuken. De heer Methler wist interessante dingen te vertellen, maar van sommige objecten kon ik dan weer wat méér vertellen, zoals over de ijsmachine met zwengel om roomijs en dergelijke te maken (zie over deze ijsmachine meer bij het recept voor tamarinde-ijs).

Hieronder zie je twee fornuizen, een op normaal formaat, de andere is voor kleine meisjes.

Halverwege de negentiende eeuw kwam het in de mode om met kerstmis meisjes een poppenfornuis cadeau te geven. Fabrikanten van deze fornuizen lieten vervolgens kookboekjes hiervoor maken door gevestigde kookboekschrijfsters. Charlotte Riedl was de eerste, met Die kleine Köchin in 1854. Twee jaar later schreef Davidis de Puppenköchin Anna, ein praktisches Kochbuch für liebe kleine Mädchen. In het museum kun je een herdruk van de tweede druk uit 1858 kopen. De recepten zijn eenvoudig en uitgebreid beschreven, en behalve een recept voor vleesbouillon is alles vegetarisch. Zelfs dat vlees wordt niet gegeten, Davidis raadt aan om het aan de kat te geven.

De zolderverdieping was gewijd aan het spartaanse leven van de dienstmeid, met een ongelooflijk oncomfortabel bed (dienstmeisjes moeten niet slapen, maar werken).

Natuurlijk heb ik méér foto’s, en is er nog veel meer te vertellen. Maar deze post is al lang genoeg.

Mocht je ooit rond de eerste zondag van de maand in de omgeving van Dortmund zijn, dan is een bezoek aan het Davidis-museum een aanrader!