Voor het vlees moet je even je best doen: je hebt dunne plakjes biefstuk nodig, de slager snijd die op de snijmachine voor je af. Let wel op dat hij het vlees overdwars snijdt en niet in de lengte van de spier, anders is het taai.
4 waspeentjes
12 dunne sperzieboontjes of haricots verts
zwarte peper
olie om te bakken
Voor het stoofvocht van de worteltjes
1½ dl dashi II
1 tl suiker
1 tl mirin
1 eetl sake
Voor de saus
2 eetl dashi (of 2 eetlepels water met dashi-poeder)
2 eetl sojasaus
1 eetl mirin
½ eetl suiker
½ eetl vers gembersap
Maak de groente schoon. Snijd de worteltjes in de lengte in vieren. Blancheer de boontjes 1 minuut in gezouten water, leg ze daarna even in ijswater. Blancheer de wortelreepjes 1 minuut in het stoofvocht. Leg ook deze even in ijswater, dep daarna boontjes en wortel droog. Voor het verse gembersap rasp je geschilde gemberwortel op een gemberrasp of fijne rasp, knijp de pulp uit.
Leg de plakjes rundvlees neer en bestrooi aan de binnenkant met wat versgemalen zwarte peper. Leg op ieder plakje 3 boontjes en 4 reepjes wortel. Rol het vlees op en bind dicht met stevige bieslook of keukentouw. Voor een net resultaat snijd je de uiteinden bij.
Vermeng in een kommetje dashi, soja, mirin en suiker.
Verhit wat olie in een stevige koekepan en doe de runderrolletjes erin. Giet het sausje erover zodra het vlees is dichtgeschroeid. Als de rolletjes net gaar zijn (een minuutje) haal je ze uit de pan. Laat nu de achtergebleven saus op hoog vuur licht caramellizeren. Giet vervolgens het gembersap erbij en doe het vlees nog even terug in de pan. Kook de saus verder in, terwijl je de rolletjes regelmatig keert.
Laat de runderrolletjes afkoelen tot kamertemperatuur en snijd elk rolletje in drie tot vijf stukjes. Leg de plakjes op een schaaltje. Als je nog saus over hebt, giet je daar wat van over de plakjes.
Veel plezier bij de wedstrijd!