Zout. We kunnen niet zonder. Ooit was het zó belangrijk, dat het loon werd uitbetaald in zout (salaris). Maar nu is zout eng geworden. We eten er te veel van. Volgens de overheid.
Inderdaad is overmatige zoutconsumptie niet goed voor het lijf. Je kunt er hoge bloeddruk van krijgen bijvoorbeeld. De panacee van de overheid is, zoals bij alle overheidsbemoeienis met ons voedselpatroon: praten met de industrie. Want het meeste zout dat wij dagelijks binnenkrijgen hebben we niet zelf uit het zoutvaatje gestrooid, het zit in al die bereide producten die we aanschaffen. We eten niet te veel zout, we eten te veel fabrieksproducten.
En dat is waar de overheid zou moeten ingrijpen. Niet de industrie aanspreken, die dan producten gaat aanpassen en de kans meteen aangrijpt om het marktaandeel en de omzet te verhogen (NOG BETER, VERNIEUWD, GEZONDER DAN OOIT), maar de consument.
Waarom krijgen we te veel vet, zout en suiker binnen? Omdat we te veel eten. Waarom eten we te veel? Omdat het ons zo makkelijk wordt gemaakt.
Overheid, alsjeblieft, maak van voedsel- en warenkennis een basisvak in het onderwijs, vanaf groep 1 graag. Moestuinen, kooklessen, voedingsleer. En dan vooral niet laten sponsoren door het bedrijfsleven!
Zo. En nu ga ik een zachtgekookt eitje eten. Met zout.