WK-voetbal in de keuken dag 4: Duitsland

Vandaag speelt Duitsland de eerste wedstrijd tegen Mexico. Voor de afwisseling nu eens een historisch recept, maar wel heel beknopt. Een toetje uit de negentiende eeuw, uit het kookboek van de populaire kookboekschrijfster (met Nederlandse moeder!) Henriëtte Davidis. Het heet blancmanger, maar je kunt het ook gewoon bitterkoekjespudding noemen.

Natuurlijk kun je er slagroom bij geven, of bijvoorbeeld de aardbeien pureren met wat suiker als vruchtensaus. Vruchtensaus uit een fles is meestal veel te zoet. En ja, met alternatieve en kunstmatige zoetstoffen zijn ze dat óók.

1 liter room
200 gr bitterkoekjes
½ vanillestokje, gespleten
30 gr suiker
eventueel ½ theelepel geraspte citroenschil (de bitterkoekjes van Davidis bevatten citroenschil)
6 gelatineblaadjes
eventueel enkele lepels bessengelei (of jam met extra gelatineblaadje)

Verkruimel de bitterkoekjes, en doe ze in een pannetje met room, suiker en vanillestokje, en eventueel citroenschil. Breng tegen de kook aan en laat tien minuten trekken. Week ondertussen de gelatineblaadjes in koud water, en smelt de bessengelei als je die gebruikt.

Zeef het roommengsel eventueel, of verwijder alleen het vanillestokje. Knijp de geweekte gelatineblaadjes goed uit, en los ze op in de nog warme vloeistof. Voor gewone blancmanger spoel je de vorm om met koud water voordat je hem erin giet, voor gestreepte blancmanger wrijf je de vorm in met slaolie (Delftsche slaolie was een begrip in die tijd), en je vult de vorm laag voor laag, beginnend met bessengelei. Wacht tussendoor steeds tot de voorgaande laag bijna gestold is. Verhit gelei en blancmanger indien nodig weer op laag vuur tot net vloeibaar.

De vorm wordt gestort op een mooie schaal. Je zou ook een gewone blancmanger kunnen maken en de bessengelei (of een vruchtencoulis) over de blancmanger kunnen gieten, of de blancmanger op een spiegel van gelei of coulis kunnen zetten.

Veel plezier met de wedstrijd!