Hoofdgerecht voor 4 personen; voorbereiding 15 minuten; bereiding 15 minuten.
350 à 400 gr hoh-gehakt of rundergehakt
4 eetl melk
2 sneetjes witbrood
½ ui
1 ei
peper, zout en nootmuskaat
eventueel een snuf kaneelpoeder
3 eetl bloem
30 gr boter
De saus
2 dl kippenbouillon
2 dl zure room
2 eetl dille, gesnipperd
Erbij
jam of compôte van lingonbessen, rode bessen of cranberries
of 15 gr boter, 100 gr bessen, 1 à 1½ eetl suiker
aardappelpuree of elleboogjesmacaroni
Maak gehaktballetjes – Week het brood zonder korst met de melk, prak dat fijn en meng met ei en gehakt. Snipper de ui héél fijn, en doe dit, samen met peper, zout en nootmuskaat naar smaak, ook in het mengsel. Sommigen doen er ook wat kaneel door. Kneed het gehakt goed, en vorm er dan kleine balletjes van, iets groter dan soepballetjes. Rol ze door de bloem.
Bereid de balletjes en de saus – Braad de balletjes aan in hete boter, en giet er dan de kippenbouillon bij en roer totdat de vloeistof iets is gebonden. Zet het vuur laag, sluit de pan en stoof de balletjes vijf tot zeven minuten. Ze zijn snel gaar omdat ze klein zijn. Roer dan de zure room erdoor, en eventueel wat gesnipperde dille.
Serveren – Traditioneel serveer je Zweedse balletjes met aardappelpuree, maar ouderwetse elleboogjesmacaroni past er ook goed bij. Patat schijnt ook te kunnen, maar dat vind ik zelf minder geslaagd. Natuurlijk hoort er lingonbessenjam bij, maar hierboven heb ik al alternatieven aangeven: rode bessen of cranberries. En de dille heb ik door de aardappelpuree geroerd in plaats van door de saus.
En omdat ik niet genoeg bessen in de tuin had om jam te maken, heb ik de bessen gestoofd in een lepel boter en suiker totdat ze barstten.
Veel plezier met de wedstrijd!